Bestuur

Financiën

Wat heeft het gekost?

Bedragen *€1.000

Jaarrekening

Primitieve begroting

Bijgestelde begroting

Realisatie

Afwijking

2021

2022

2022

2022

2022

Lasten

-15.485

-15.344

-16.252

-16.413

-161

Baten

210

44

84

598

514

Totaal vóór mutaties reserves

-15.275

-15.300

-16.168

-15.815

353

Toevoeging reserves

-480

0

-47

-47

0

Onttrekking reserves

1.141

630

653

458

-194

Totaal na mutaties reserves

-14.614

-14.670

-15.563

-15.404

159

Bedragen * €1.000

Omschrijving

Bijgestelde begroting

Realisatie

Afwijking

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

Saldo

1.01

Algemeen bestuur

-663

0

-663

-607

0

-607

56

1.02

Dagelijks bestuur

-891

34

-857

-1.096

350

-746

111

1.03

Regionale samenwerking

-259

0

-259

-183

0

-183

76

1.04

Rekenkamer

-29

0

-29

-16

0

-16

14

1.05

Burgerparticipatie

-102

0

-102

-80

0

-80

22

1.06

Communicatie en voorlichting

-378

0

-378

-337

0

-337

41

1.07

Overhead

-13.930

50

-13.879

-14.096

248

-13.847

32

Totaal vóór mutaties reserves

-16.252

84

-16.168

-16.413

598

-15.815

353

Mutaties reserves

-47

653

606

-47

458

411

-194

Totaal na mutaties reserves

-16.299

737

-15.563

-16.460

1.057

-15.404

159

Verantwoording producten

Met betrekking tot de verantwoording van de producten is er voor gekozen slechts de significante afwijkingen ten opzichte van de begroting te vermelden, waardoor de analyse per programma op de gewenste hoofdlijnen plaats vindt.  

Product 1.01 Algemeen Bestuur
Het saldo op het product Algemeen bestuur is € 56.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat  
de huisvestingslasten van de raad in de PX in 2022 € 20.000 lager zijn uitgevallen. Daarnaast zijn de overige kosten van de raad zoals opleidingskosten, apparatuur etc. ook € 20.000 lager uitgevallen. De afschrijvingslasten van de huisvesting van de raad in de PX ter hoogte van € 15.000 zijn begroot op product 1.01 maar in werkelijkheid geboekt op product 1.07.

Product 1.02 Dagelijks Bestuur
De toevoeging aan de voorziening Appa wachtgeld gewezen wethouders is flink hoger uitgevallen dan was begroot. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 heeft bij de gemeente een collegewisseling plaatsgevonden. Voor de gewezen wethouders die op het moment van aftreden in 2022 nog niet pensioengerechtigd waren is op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) een wachtgelduitkering toegekend. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bevat bepalingen met betrekking tot onder andere het treffen van een voorziening voor de wachtgelduitkering gewezen wethouders. Die voorziening richt zich dan op de gehele uitkeringsduur. De toevoeging aan de nieuw getroffen voorziening Appa wachtgeld gewezen wethouders betreft dan het saldo van de uitgaven 2022, alsmede het saldo van de berekende wachtgeldverplichting per 31-12-2022, en voor de resterende duur van die verplichting. De lasten op dit product zijn door de toevoeging aan de voorziening in 2022 € 205.000 hoger uitgevallen dan was begroot.

Net als de lasten zijn ook de baten veel hoger uitgevallen dan was begroot. Uit de voorziening Appa pensioenverplichting gewezen wethouders is een bedrag vrijgevallen van € 350.000, € 315.000 hoger dan was begroot.
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) heeft de gemeente de verplichting een voorziening te hebben van de actuele waarde voor de pensioenbetalingen van haar (gewezen) wethouders. Daarbij wordt de (reken)rente die gebruikt wordt bij het bepalen van die voorziening jaarlijks door het Ministerie BZK vastgesteld. In de afgelopen jaren werd die rekenruimte steeds lager, en mede als gevolg van het economisch klimaat. Een lagere (reken)rente zorgt ervoor dat de gemeente dan hogere reservewaarden voor de getroffen voorziening moet aanhouden. En zulks aan de hand van daarop afgestemde jaarlijkse actuariële berekeningen. Inmiddels is de te hanteren rekenrente ten opzichte van voorgaand jaar gestegen. Per 31-12-2021 bedroeg die rekenrente nog 0,528%. Per 31-12-2022 is deze bepaald op 2,472%. De stijging van de (reken)rente maakt dan, dat de te hanteren reservewaarden dan weer (flink) dalen.

Product 1.03 Regionale samenwerking
Jaarlijks worden door de 8 gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland projecten aangewezen die betaald worden uit de zogenaamde SRA-gelden, de gelden die onder de gemeenten verdeeld zijn na de opheffing van de Stadsregio Amsterdam. De gemeente Zaanstad geldt hiervoor als 'voor-financierder', waardoor de afrekeningen in latere jaren zullen komen. De gemeente Edam-Volendam heeft bedongen dat voor ieder afzonderlijk project toestemming moet worden gegeven alvorens als co-financier op te treden. Deze projecten worden gefinancierd uit de SRA-gelden, die als gevolg van besluit door de gemeenteraad beschikbaar moeten blijven voor regionale projecten. Op 31 december 2022 resteert hier nog een bedrag van € 62.400, waarvan wordt voorgesteld dit bedrag naar 2023 over te hevelen ten behoeve van (de ontwikkeling van) een aantal gezamenlijke projecten in 2023 (en later). Deze projecten zijn vastgesteld in de diverse portefeuillehoudersoverleggen Zaanstreek-Waterland en middels een begroting vastgesteld in de diverse colleges.

Product 1.05 Burgerparticipatie
Ook in 2022 heeft de gemeente de dorps- en wijkraden ondersteund en meerdere burgerinitiatieven gehonoreerd. Voor inwonersinitiatieven zijn twee reguliere budgetten beschikbaar. Een deel is voor toe te kennen subsidies beschikbaar (€ 15.000 op jaarbasis). Dat wordt verdeeld via de regeling voor ‘Leefbaarheid en sociale samenhang’. Daar is een aanvraag van € 3.500 uit gehonoreerd. Er waren weinig aanvragen, waardoor de rest niet is besteed. Daarnaast is een regulier budget van € 10.000 voor giften beschikbaar. Dit wordt ingezet voor bijzondere projecten die niet bekostigd kunnen worden vanuit de regeling ‘Leefbaarheid en sociale samenhang’. Als na consultatie van het Gezamenlijk Dorps- en wijkraden Overleg (GDO) blijkt dat er breed draagvlak is voor het honoreren van zo’n initiatief, dan spreken we dat budget aan voor het verlenen van een gift. In 2022 waren er geen initiatieven die niet onder de subsidieregeling vielen en was er geen reden om dit budget aan te spreken. Daardoor is in totaal circa € 22.000 niet benut.

Product 1.06 Communicatie en voorlichting
Het saldo op dit product is in totaal € 41.000 lager uitgevallen dan begroot. Dit heeft drie redenen: Op het personeelsbudget is dit jaar € 7.000 minder uitgegeven en op een inhuurbudget is € 23.700 niet besteed (waardoor ook een lagere onttrekking aan de Algemene reserve voor dit bedrag heeft plaatsgevonden). Het budget voor de gemeentelijke website is dit jaar met € 10.000 is onderschreden.

Product 1.07 Overhead
De uitgaven op het product Overhead zijn in 2022 € 166.000 hoger uitgevallen dan was begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een overschrijding van € 110.000 op het beschikbaar gestelde budget voor Vorming en opleiding. Net als vorig jaar heeft het budget voor Vorming en opleiding heeft te lijden onder het hoge verloop van medewerkers bij de gemeente. Een hoger verloop resulteert in meer instroom van nieuwe medewerkers. Nieuwe instroom leidt tot noodzakelijk in te zetten opleidingen en trainingen. Daarnaast is per abuis het gehele budget voor het onderhouden van het functiegebouw overgeheveld naar 2023 met de veronderstelling dat de meeste kosten in 2023 zullen worden gemaakt. Alhoewel dit klopt is er in 2022 toch al ruim € 35.000 aan kosten voor het onderzoek in rekening gebracht. Hier staat geen budget tegenover. De rest kan verklaard worden door een lichte overschrijding op facilitaire kosten zoals meubilair, portokosten etc..

De inkomsten op het product Overhead zijn € 198.000 hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door vangnetuitkeringen van het UWV in het kader van Wet arbeid en zorg (Wazo) en de loonkostensubsidies die zijn ontvangen voor onze medewerkers.

Mutaties reserves
In 2022 is er € 194.000 minder onttrokken aan diverse reserves dan was begroot. Het grootste verschil wordt veroorzaakt door de lagere onttrekking aan de reserve Incidentele opleidingsbudgetten. Voor het opleiden van nieuwe functionele applicatiebeheerders was in 2022 een budget van € 150.000 beschikbaar. De werkelijke opleidingskosten bedroegen € 45.000. De nieuwe applicatiebeheerders zijn pas in de loop van het jaar in dienst getreden en voornamelijk eerst intern opgeleid. Het is de verwachting dat deze opleidingskosten volgend jaar stijgen.
Er is in 2022 voor ongeveer € 31.000 minder uitgegeven aan onderhoud gemeentelijke panden dan was begroot. Dit komt voornamelijk doordat onderhoud in eigen beheer is uitgevoerd en doordat onderhoud is doorgeschoven naar 2023. De onttrekking aan de bestemde reserve Onderhoud gemeentelijke eigendommen was daardoor € 31.000 lager dan begroot. Als laatste oorzaak voor de lagere onttrekking aan de reserves kan worden gewezen naar de lagere uitgaven voor inhuur van externe medewerkers voor de secties Voorlichting en Beleid en Belastingen, waar een onttrekking uit de Algemene reserve als dekking tegenover stond. Doordat de externe medewerkers pas in een later stadium beschikbaar waren zijn deze kosten lager uitgevallen. De onttrekking uit de Algemene reserve viel daardoor € 36.000 lager uit dan was begroot.

Lasten

(bedragen x € 1.000)
Begroot € 16.252
Gerealiseerd € 16.413
Afwijking € -161
Deze pagina is gebouwd op 07/20/2023 13:54:27 met de export van 07/20/2023 13:10:07