In 2018 is de nota Grondbeleid (2018-2022) vastgesteld. De voorbereidingen om in 2022 tot een hernieuwde nota grondbeleid te komen zijn in gang gezet. Door middel van een opdracht tot evaluatie van de huidige nota.
Denkbaar is dat de evaluatie van het huidige grondbeleid noopt tot het bijsturen of aanpassen in de wijze waarop aan het huidige beleid vorm wordt gegeven. Gelet op de nieuwe Omgevingswet en de ontwikkelingen daaromtrent, is het wenselijk om meer grip te krijgen op het proces van de (huidige- en) toekomstige ruimtelijke plannen en ontwikkelingen in de gemeente. Hierbij kan worden gedacht aan een actievere deelname binnen de faciliterende rol en meer toepassing van actief grondbeleid waar mogelijk. Dit zal verder worden uitgewerkt in het nieuwe Grondbeleid.
Uitgangspunt voor het huidige beleid is faciliteren en regisseren. De gemeente faciliteert derden in de ontwikkeling van gronden, waarbij ruimtelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk worden overgelaten aan de markt. De rol van de gemeente is daarin beperkt tot haar publieke (wettelijke) taken als het vaststellen van het bestemmingsplan met bijbehorende toetsing op de uitvoering, het zorgen voor de voorzieningen van openbaar nut en het verhalen van deze kosten. Op deze manier wordt tot nu toe ook invulling gegeven aan de ontwikkelingsprojecten binnen de gemeente.
Alleen waar dit moet of gewenst is, zal de gemeente kiezen voor een actief grondbeleid waarbij de gemeente de ontwikkelingen zelf ter hand neemt. Een voorbeeld hiervan is de Broeckgouw en wellicht, afhankelijk van de te maken keuze, de Purmer. Het actieve grondbeleid moet gepaard gaan met een gezond financieel beleid en een passende risicobeheersing.
Grondbeleid is ondersteunend voor de realisering van maatschappelijke (ruimtelijke) doelen en behoudt van de groenstructuren, waarvan woningbouw de voornaamste is. De gewenste koers op dat onderdeel is vastgelegd in de Woonvisie 2022-2025. Daarin is opgenomen:
“Uitgangspunt is een evenwichtige opbouw van bevolking en woningvoorraad. Hierbij gaat kwaliteit boven kwantiteit.”
Daar ligt voor de komende jaren, te starten in 2022, een belangrijke uitdaging.